leidenpedagogiekblog

Vaderschap na kindermishandeling: een stille strijd in de eerste 1000 dagen?

Vaderschap na kindermishandeling: een stille strijd in de eerste 1000 dagen?

Nieuwe vaders met een verleden van kindermishandeling krijgen vaak niet de steun die ze nodig hebben, zien onderzoekers Renate Buisman en Ashish Ghoerbien. Terwijl die eerste duizend dagen van het ouderschap cruciaal zijn voor een goede band met hun kind.

In de afgelopen decennia is de rol van de vader in de opvoeding aanzienlijk veranderd. In ten minste dertig westerse landen zijn traditionele gezinsrollen herzien, en is het aantal uren dat vaders doorbrengen met hun kinderen verdrie- tot zesvoudigd. Inmiddels zegt meer dan de helft van de mannen dat vaderschap een kernonderdeel van hun identiteit vormt. Vaders die op woensdagmiddag hun kinderen van school halen ‘opvoedhelden’ noemen, vinden we niet meer gepast. We delen betrokken moeders immers niet dezelfde titel toe. Er heeft dus een belangrijke verschuiving plaatsgevonden van de traditionele vader die hoofdzakelijk kostwinner is (en op zondag het vlees snijdt), naar een actief betrokken en zorgzame vader. Een positieve ontwikkeling. Allereerst omdat betrokken en ondersteunend vaderschap sociale vaardigheden en schoolprestaties van kinderen bevordert. Daarnaast hebben kinderen van betrokken en ondersteunende vaders minder kans op het ontwikkelen van depressies of angststoornissen.

Hoe geef je het ouderschap vorm wanneer je zelf geen goed voorbeeld hebt gehad?

Opvoeden gaat echter niet altijd vanzelf en sommige ouders zijn belast met ervaringen die het ouderschap extra veeleisend kunnen maken. Zo kan ouderschap bijzonder uitdagend zijn voor personen die in hun jeugd mishandeling of verwaarlozing hebben ervaren. Hoe geef je het ouderschap vorm wanneer je zelf geen goed voorbeeld hebt gehad? En wat als pijnlijke herinneringen opspelen tijdens het zorgen voor je kind? Gelukkig weten we nu meer over hoe ouders – ondanks traumatische jeugdervaringen - veerkrachtig kunnen zijn en goed kunnen opvoeden. Deze kennis is echter voornamelijk gebaseerd op onderzoek bij moeders. Waar in de medische wetenschap de man vaak als norm geldt, staat in de pedagogische wetenschap juist de vrouw – en met name de moeder – centraal. Kunnen we gezinnen wel voldoende veerkrachtig maken en een veilige, gezonde omgeving voor kinderen waarborgen als we niet goed begrijpen wat veerkracht bij vaders (inclusief biologische, stief-, adoptievaders en andere belangrijke vaderfiguren) versterkt?

De eerste 1000 dagen van het vaderschap
Een goed begin is het halve werk. Dit geldt zeker voor de ontwikkeling van kinderen. De eerste 1000 dagen, vanaf de conceptie tot het tweede levensjaar van het kind, vormen een unieke "window of opportunity" om negatieve patronen te doorbreken voor ouders die in hun jeugd zijn mishandeld of verwaarloosd. In deze periode vinden intensieve biologische en psychologische veranderingen plaats, waardoor ouders ontvankelijker zijn voor verandering en gemotiveerd raken om hun kind een betere start te bieden. Ze staan in deze fase vaak open voor ondersteuning en interventies gericht op gezonde opvoedingsstrategieën en het omgaan met stress. Dit draagt niet alleen bij aan hun eigen welzijn, maar versterkt ook de veilige hechting en veerkracht van hun kind, wat vervolgens de overdracht van trauma naar de volgende generatie kan verminderen.

Hoewel er voor moeders in de perinatale fase al enkele programma’s bestaan die aandacht besteden aan een verleden van kindermishandeling in de eigen jeugd, is er voor vaders niet tot nauwelijks een gericht ondersteuningsaanbod. Kunnen vaders dan niet gewoon gebruikmaken van de programma's die voor moeders zijn ontwikkeld? Wij denken van niet.

Allereerst hebben studies herhaaldelijk verschillende gevolgen van kindermishandeling voor mannen en vrouwen aangetoond. Zo blijken mannen een hoger risico te hebben op gedesorganiseerde hechting en agressief gedrag na kindermishandeling vergeleken met vrouwen. Daarentegen blijken vrouwen na kindermishandeling vaker meer cortisol in de bloedsomloop te hebben aan het begin van de dag, wat een indicatie is voor verhoogde stress.

Wat betreft het omgaan met negatieve ervaringen en emoties blijken mannen en vrouwen ook te verschillen. Vrouwen lijken sneller geneigd te zijn om emotionele steun te zoeken en hun gevoelens te uiten, terwijl mannen eerder de neiging hebben om emoties weg te stoppen. Dit laatste verschil is mogelijk vooral gesocialiseerd. Jongens krijgen waarschijnlijk vaker te horen dat ze stoer moeten zijn en niet moeten huilen dan meisjes.

Deze verschillen maken dat de bestaande opvoedondersteuningsprogramma’s, die zijn ontwikkeld op basis van kennis van moeders met jeugdtrauma, mogelijk onvoldoende of zelfs ineffectief zijn voor vaders met vergelijkbare ervaringen. Meer onderzoek naar hoe kindermishandeling doorwerkt in het vaderschap is daarom nodig.

Er heerst nog steeds een sociaal stigma rond mannen die hun emoties tonen

Onderzoek naar jeugdtrauma en vaderschap
Binnen het Instituut Pedagogische Wetenschappen onderzoeken we de komende jaren hoe een verleden van kindermishandeling in de kindertijd doorwerkt bij mannen tijdens een van de meest vormende periodes in hun leven: de overgang naar het ouderschap. Hierbij onderzoeken we zowel risicofactoren voor zorgzaam ouderschap als factoren die vaders veerkrachtig maken. We onderzoeken ook de behoeften van vaders met een verleden van kindermishandeling, inclusief de barrières die zij ervaren bij het zoeken en ontvangen van hulp. Uit eerder onderzoek is gebleken dat vaders het gevoel hebben dat hun bijdrage aan de zorg voor hun kind niet altijd even zichtbaar is en dat hun behoeften niet altijd erkend worden. Verder heerst er nog steeds een sociaal stigma rondom mannen die hun emoties en kwetsbaarheid tonen, waarbij het beeld van de stoere, zelfredzame man vaak op de voorgrond blijft. Deze vooroordelen beletten vaders mogelijk ook om hulp te zoeken wanneer ze het moeilijk hebben. Daarnaast lijken professionals werkzaam binnen het zorg- en welzijnssysteem uitdagingen te ervaren in het bieden van passende hulp aan vaders. Tijdens een kenniscafé over vaderbetrokkenheid, dat wij dit jaar op 8 oktober organiseerden samen met het Leiden Healthy Society Center (LHSC), de gemeente Leiden, de Hogeschool Leiden en diverse maatschappelijke organisaties, kwam naar voren dat professionals het belang van vaderlijke betrokkenheid onderschrijven, maar dat er een duidelijke behoefte is aan meer kennis en praktische tools om vaders effectief te ondersteunen.

Geen opvoedheld, wel gelijke kansen
We zijn er inmiddels wel over uit: vaders zijn geen ‘opvoedhelden’ omdat ze hun kinderen van school halen en de term ‘papadag’ wekt inmiddels jeuk op bij velen. Maar als we vaderschap normaliseren, hoort daar ook bij dat we de hulp aan vaders normaliseren. Helaas krijgen vaders die belast zijn met negatieve jeugdervaringen niet altijd dezelfde kansen als moeders om die steun te vinden. Het tonen van kwetsbaarheid is voor mannen vaak nog een taboe. En hoewel de aandacht voor vaders rondom de geboorte groeit, ervaren zij toch nog vaak een gebrek aan aandacht voor hun rol en afstemming op hun wensen. Vaders spelen een cruciale rol in de opvoeding, maar dan moeten we erkennen dat ook zij de juiste ondersteuning verdienen. Dit vraagt om onderzoek naar hun behoeften en een passend ondersteuningsaanbod. Maar ook de noodzaak het stereotype te doorbreken van de heldhaftige man die zorgt voor brood op de plank, naar ruimte voor erkenning van vaderlijke zorgzaamheid en kwetsbaarheid.

0 Comments