leidenpedagogiekblog

Het belang van een goede samenwerking

Het belang van een goede samenwerking

Marloes Kleinjan en Jeroen Lammers staan stil bij het vraagstuk hoe de ondersteuning, hulp en zorg rondom het kind verbeterd kan worden. Zij willen daarbij een lans breken voor betere samenwerking tussen partijen en een grotere inzet op preventie.

De blogs van Ton Liefaard en Judi Mesman maken indruk en signaleren een aantal stevige tekortkomingen in de manier waarop we in Nederland de rechten van onze kinderen waarborgen. In de blogserie kwamen verschillende voorbeelden voorbij van hoe onderwijs, opvoeding, zorg en samenleving tekortschieten. Toch lieten dezelfde blogs ook voorbeelden zien van de cruciale beschermende en preventieve rol die deze partijen ook kunnen spelen. Die tegenstelling geeft weer hoe lastig het voor de verschillende partijen kan zijn om de goede rol te pakken in het veilig en kansrijk opgroeien van een kind.

Eén van de problemen die in de blogs regelmatig terugkomt, is dat er veel verschillende partijen rondom het kind staan. Het zijn niet alleen veel partijen, maar deze partijen werken bovendien niet optimaal samen, hulpverlening komt traag op gang en het belang van het kind staat niet centraal.

In deze reflectie op de blogserie ‘KROOST: Kinderrechten in het onderwijs’ willen we graag nader stilstaan bij het vraagstuk hoe de ondersteuning, hulp en zorg rondom het kind verbeterd kan worden. We willen daarbij een lans breken voor betere samenwerking tussen partijen en een grotere inzet op preventie.

"Kinderen en jongeren zijn het sociaal en menselijk kapitaal voor de toekomst. Zij hebben het recht om gezond, veilig en kansrijk te kunnen opgroeien."

Samenwerking tussen onderwijs en hulpverlening moet beter

In een aantal blogs komt de gebrekkige samenwerking tussen onderwijs en hulpverlening aan bod. Dat deze samenwerking niet altijd goed verloopt blijkt ook uit recente onderzoeken. Zo werd bijvoorbeeld geconstateerd dat veel jongeren met psychische problemen vastlopen in het onderwijs, omdat zij onvoldoende maatwerk en samenwerking ondervinden tussen school en hulpverleners binnen én buiten de school.1

Jongeren geven zelf aan dat zij de weg naar ondersteuning niet weten te vinden en dat zij hun problemen niet durven te bespreken.2 Veel jongeren met psychische problemen vallen voortijdig uit, met tot gevolg beperkte mogelijkheden om een baan te verwerven.3

In een recent rapport worden schooluitval en schoolverzuim ook gelinkt aan gebrekkig contact tussen ouders, de school en hulpverlening.4 Er wordt in dit rapport dan ook stevig gepleit voor een integrale aanpak en goede samenwerking tussen verschillende partijen met betrekking tot thuiszittersproblematiek.

Een integrale en sluitende aanpak voor thuiszittersproblematiek is des te meer belangrijk, omdat een behoorlijk deel van de jongeren die het onderwijs zonder startkwalificatie verlaat, behoort tot de zogeheten jongeren in een kwetsbare positie.5 Binnen deze kwetsbare groep is vaak sprake van een stapeling van problematiek. De leerlingen hebben vrijwel allemaal te maken met multi-problematiek, zoals externaliserende en/of internaliserende gedragsproblematiek, problemen in de thuissituatie, problemen in de leerhouding of met leervaardigheden. Om deze kwetsbare jongeren betere ontwikkelingskansen te bieden binnen het onderwijs, is een goede samenwerking tussen ouders, onderwijs en hulpverlening cruciaal.

Naast zorg, ook aandacht voor promotie en preventie

De preventie- en zorgketen om de jongere heen kan in Nederland dus optimaler worden georganiseerd en ingezet. Een integrale benadering waarbij ingezet wordt op het versterken van de basis en beschermende factoren, het beperken van risico’s, lichte ondersteuning waar dat kan en meer intensieve zorg waar dat nodig, is hierbij cruciaal.6 Het stimuleren van participatie binnen het onderwijs en de maatschappij, alsmede preventie van psychosociale problematiek zijn daarmee wat ons betreft even belangrijke opgaven als het bieden van hulp, zorg en bescherming.7

De kindertijd en de adolescentie zijn periodes met een groot potentieel voor groei, ontwikkeling en herstel. Dit zijn daarom uitstekende periodes om in te zetten op het verstevigen van de basis en het bevorderen van beschermende factoren in gezinnen, buurten en basisvoorzieningen als de kinderopvang, het onderwijs en sportverenigingen.8 Ook het versterken van bijvoorbeeld sociaal-emotionele vaardigheden en veerkracht verbetert het welbevinden van jongeren en gaat gepaard met beter functioneren op school in alle domeinen.9 Het onderwijs is een goede setting gebleken om in te zetten op het vergroten van het welbevinden van kinderen en jongeren.10 Meer structurele aandacht voor het vergroten van welbevinden binnen het onderwijs is dan ook aan te bevelen.

Wat is nodig?

Op dit moment is de spreekwoordelijke ‘silver bullet’ voor het inrichten van preventie, ondersteuning en zorg rondom jeugd in Nederland nog niet gevonden.11 Er zijn vaak te veel gescheiden organisaties betrokken, professionals zijn het vaak niet met elkaar eens, het verband tussen ‘diagnose’ en zorg is niet altijd logisch, en er is te weinig terugkoppeling om te zien wat wel en niet werkt.12

Gelukkig zijn er inmiddels al wel een aantal bruikbare en goed onderbouwde handvatten beschikbaar om de samenwerking tussen verschillende partijen rondom kinderen en jongeren te bevorderen13 en om de uitkomsten van deze samenwerking te monitoren en evalueren.14

Het is echter hard nodig dat we deze handvatten en good practices breder gaan inzetten en implementeren, met meer regie vanuit de centrale en lokale overheid. Het is tijd om samen te komen tot een integrale aanpak die aansluit op de behoefte van kinderen en jongeren zelf en hen centraal stelt. Kinderen en jongeren zijn het sociaal en menselijk kapitaal voor de toekomst. Zij hebben het recht om gezond, veilig en kansrijk te kunnen opgroeien.

1 Van Bon-Martens, Van Erp, Van Heijst, Van Luijn & Cuijpers, 20182 Janmaat 2013, Daemen & Rebel 2018
3 Broek e.a. 2013, Cuelenaere e.a. 2009, Gezondheidsraad 2014, Schmidt & Simons 2013
4 Ouders & Onderwijs, 2019
5 Schoolwerkt-Monitor, 2018
6 o.a. Kleinjan e.a., 2019; Yperen e.a., 2019
7 De Winter, 2017
8 het NJI geeft een mooi overzicht van deze factoren in haar publicatie ‘Het groeiend Jeugdzorggebruik’, pagina 20
9 o.a., Boerefijn & Bergsma, 2011; Durlak e.a., 2011; Hoyt e.a., 2012; Lyuoborminsky e.a., 2005; Quinn & Duckworth 2007; Keng e.a., 2011; Mrazek e.a., 2013; Gilman & Huebner, 2006; Brunwasser e.a., 2010, Waters, 2012; Frisch e.a., 2005
10 Kleinjan e.a., 2016
11 Kleinjan e.a., 2019; Yperen e.a., 2019.
12 Bartelink, 2015, 2018; Kwaadsteniet, 2009; Yperen e.a., 2019
13 Udo e.a., 2019; NJI, 2017; Trimbos, 2019
14 VNG / Branche-organisaties Jeugdhulp / NJi, 2016; NJi, 2019

Download alle referenties bij deze blogpost (pdf)

In aanloop naar de Internationale Dag van de Rechten van het Kind

Deze blogpost is onderdeel van een korte serie in aanloop naar de Internationale Dag van de Rechten van het Kind op 20 november 2020 en bouwt voort op het dossier KROOST ter gelegenheid van de 30e verjaardag van het VN-Kinderrechtenverdrag in november 2019.

Bekijk het dossier KROOST

0 Comments

Add a comment