leidenpedagogiekblog

Pink Cloud of donderwolk?

Pink Cloud of donderwolk?

Veel moeders van huilbaby’s voelen zich niet serieus genomen door de hulpverlening. Uitspraken als “er is niets aan de hand” en “het gaat vanzelf over” zijn schering en inslag. Vanuit medisch oogpunt is er vaak niets mis met de baby, maar er is wel degelijk iets ernstigs aan de hand in het gezin.

Vier weken na de geboorte van onze jongste bezocht ik, zoals zoveel ouders in Nederland, het consultatiebureau. Toch altijd een bijzonder moment; even wegen, meten, checken of alles goed gaat met de kleine, maar ook zeker met jezelf als ouder. Want ja, ook al was het de derde, die beginperiode met slapeloze nachten en gedoe rondom voedingen en huilen blijft pittig. Ik trok dan ook enigszins sceptisch mijn wenkbrauwen op toen de verpleegkundige me enthousiast een folder toeschoof over de ouderschapscursus “Pink Cloud”. Want… Pink Cloud..?

Als inmiddels toch wel door de wol geverfde moeder en als gezinspedagoog, kon ik mijn verbazing over die naam niet onderdrukken, helemaal toen ik dacht aan ons onderzoek naar hulpbehoeftes onder ouders van huilbaby’s - een groep waarbij een dikke zwarte donderwolk toch echt meer van toepassing is dan een blije roze…

Onvrede over hulpverlening

De gedachte dat ouders van huilbaby’s misschien, net als ik, een folder onder de neus geschoven kregen die impliceert dat het ouderschap zich afspeelt op een roze wolk, zit me nu, twee jaar later, nog steeds niet lekker. Want als baby’s veel en ontroostbaar huilen, is dat ontzettend zwaar voor hun ouders. De kans op postnatale depressie neemt toe en veel huilen kan zelfs leiden tot kindermishandeling, omdat sommige ouders uit wanhoop hun baby te ruw behandelen. Ontroostbaar huilgedrag is ook de belangrijkste reden waarom ouders een arts bezoeken in het eerste levensjaar van hun kind. Maar het blijft meestal niet bij een bezoekje aan de huisarts. Ook medisch specialisten, fysiotherapeuten, alternatief genezers en andere vormen van hulpverlening worden veelvuldig bezocht.

Lenny van Rosmalen en ik deden onderzoek naar de ervaringen van moeders van huilbaby’s met de beschikbare hulpverlening in Nederland. De schrijnende conclusie die wij moesten trekken, is dat het gros van de moeders niet tevreden is over de hulpverlening die zij hebben ontvangen.

“Niets aan de hand”

Veel moeders van huilbaby’s vertelden ons dat zij zich niet serieus genomen voelden door de hulpverleners die zij bezochten. Uitspraken als “er is niets aan de hand” en “het gaat vanzelf weer over” kregen ouders aan meerdere loketten te horen. Vanuit de hulpverlener gezien wellicht geen vreemde boodschap; er is medisch gezien inderdaad vaak niets mis met de baby en in de huidige behandelrichtlijnen wordt benadrukt dat hulpverleners ouders moeten geruststellen op dat punt. Maar die geruststelling kan heel gemakkelijk verkeerd uitpakken of verkeerd opgevat worden. Want als je tegen ouders die letterlijk 24/7 in de weer zijn met hun ontroostbare baby zegt dat “er niets aan hand is”, dan sla je de plank goed mis.

Met hun baby is misschien inderdaad fysiek niets mis, maar er is wel degelijk iets ernstigs aan de hand in het gezin. En hoewel het huilen hoogstwaarschijnlijk uiteindelijk vanzelf ophoudt, duurt het toch gemiddeld drie tot vier maanden voor het huilen bij baby’s afneemt. Dat betekent voor ouders met een huilbaby dat ze minimaal drie tot vier maanden lang hun baby overdag en ’s nachts urenlang ontroostbaar horen huilen. Drie tot vier maanden waarin je als ouder niet meer dan een paar uur per nacht slaapt. Ik geef het je te doen.

Mismatch tussen behoefte en aanbod

Ook bleek uit ons onderzoek dat de hulpverlening vaak niet aansluit bij de behoeftes van moeders. Verreweg de meeste hulpverlening die wordt aangeboden, richt zich primair op de baby en het verminderen van het huilen. Logisch, want dat is natuurlijk het kernprobleem. Toch gaf de grootste groep moeders aan dat zij ook veel behoefte hadden aan hulp met betrekking tot hun eigen welzijn. Hoe ga ik om met sombere en angstige gevoelens? Hoe maak ik het huilen draaglijk? En hoe balanceer ik het zorgen voor mijn baby met andere dingen die ik dag in dag uit moet doen, zoals het huishouden, zorgen voor andere kinderen in het gezin, een baan..? Het is hard nodig dat professionele hulpverlening zich meer om deze hulpvragen gaat bekommeren.

Internationale dag van de ouder: aandacht voor ouders van huilbaby’s

Bij de geboorte van een kind wordt ook een ouder geboren - en ouders van huilbaby’s ervaren geen “pink cloud”. Sinds 2012 heeft de VN 1 juni uitgeroepen tot Internationale Dag van de Ouders. Naar eigen zeggen to appreciate all parents for their selfless commitment to children and their lifelong sacrifice towards nurturing this relationship.

Ik denk dat elke ouder die “commitment” en “sacrifice” het afgelopen coronajaar nog net iets intensiever heeft beleefd dan normaal. Misschien kunnen we ons daarom juist nu nog iets beter verplaatsen in de toewijding en opoffering die ouders van huilbaby’s moeten leveren. Persoonlijk zou ik dit jaar de Internationale Dag van de Ouders dan ook heel graag op willen dragen aan ouders van huilbaby’s en de wetenschap willen aanmoedigen prioriteit te geven aan het zoeken naar passende oplossingen voor deze ouders.

0 Comments