leidenpedagogiekblog

Dag 8. Onzichtbaar

Dag 8. Onzichtbaar

Het verhaal van vandaag toont treffend aan dat kinderen gemakkelijk over het hoofd worden gezien in besluitvorming die hen wel degelijk raakt.

Dit staat haaks op de gedachte dat kinderen het recht hebben om centraal te staan als het om hun belangen gaan. Volgens het Kinderrechtenverdrag dient het belang van het kind een eerste overweging te zijn in alle aangelegenheden die kinderen betreffen. In principe behartigen ouders de belangen van hun kinderen, maar als ouders zelf onderdeel zijn van het probleem, zouden kinderen door iemand anders vertegenwoordigd moeten worden. Zo kunnen hun belangen goed naar voren worden gebracht.

Contactverbod

Regio Den Haag. Vader en moeder hebben vaak ruzie en dat gaat gepaard met huiselijk geweld. Moeder doet daar soms aangifte van, vaak ook niet. Dat heeft in het verleden tot een contactverbod voor vader geleid. Vader en moeder hebben twee kinderen en een derde op komst. De oudste zit in groep 2 en is een uiterst bewegelijk jongetje dat veel aandacht nodig heeft.

Op een dag loopt het weer uit de hand. Opnieuw geldt een contactverbod. Moeder is het zat. Het kan zo niet verder. Tegen het einde van de periode van het contactverbod is er een groot overleg waarbij veel partijen aan tafel zitten: vader, de hulpverlening van vader, moeder en de hulpverlening van moeder. Ook de reclassering, een mediator en de leerkracht van het jongetje zijn aanwezig.

‘Wat is er eigenlijk geregeld voor de kinderen?’, vraagt de leerkracht zich hardop af.

De leerkracht zit er min of meer bij toeval bij. Tijdens het gehele gesprek wordt met vader en moeder gesproken over veiligheidsplannen met vragen aan vader als ‘wat ga jij doen als je boos wordt?’ en ‘hoe voorkom je dat je overgaat tot geweld?’. Stuk voor stuk zinvolle vragen, want de situatie is uiterst onveilig; er is immers al een contactverbod en niet voor de eerste keer.

Hoe zit het met de kinderen?

Maar nergens aan tafel zit iemand die het belang van het jongetje en zijn zusje behartigt. Tijdens het overleg heeft niemand het over de kinderen. De leerkracht stelt aan het einde van het gesprek toch maar de vraag wat dit allemaal voor de kinderen betekent. Er worden allemaal beslissingen genomen die weliswaar betrekking hebben op de kinderen, maar waarbij niet de vraag aan de orde komt wat het effect is op de kinderen. ‘Wat is er eigenlijk geregeld voor de kinderen?’, vraagt de leerkracht zich hardop af.

Het contactverbod wordt opgeheven, de afspraken wat te doen als vader en moeder boos op elkaar zouden worden, worden opgeschreven. Er wordt geconcludeerd dat iedereen heeft geleerd van de afgelopen periode. Maar wat dit alles heeft gedaan met de jonge kinderen en hoe zij omgaan met het feit dat hun vader en moeder telkens ruzie hebben, zijn vragen die onbeantwoord blijven. De kinderen lijken wel onzichtbaar.

0 Comments

Add a comment