Dag 4. Ruzie thuis
Een belangrijke pijler in het VN-Kinderrechtenverdrag is dat ieder kind het recht heeft om te worden beschermd tegen alle vormen van geweld.
Dit verbod op geweld omvat ook dat een kind moet worden beschermd tegen het getuige zijn van geweld, bijvoorbeeld tussen ouders. De aanpak van kindermishandeling, zoals we die vandaag de dag in Nederland kennen, erkent dat kinderen kunnen lijden onder geweld tussen ouders en recht hebben op adequate en voortvarende bescherming tegen en behandeling van hun trauma’s. De praktijk blijkt weerbarstig. Het vierde verhaal in het KROOST-blog, uit de regio Den Haag, laat dit treffend zien.
Escalerend geweld
De ouders van een leerling uit groep 5 hebben veel ruzie. Dit gaat gepaard met huiselijk geweld. Het vele geweld escaleert regelmatig en leidt tot meldingen bij de politie. Ook de school signaleert de oplopende spanningen tussen ouders en de toename van geweld. De jongen lijdt zichtbaar onder de situatie. De school ziet een jongen die zich emotioneel terugtrekt, moeilijk contact maakt met anderen, slecht tot ontwikkeling komt, en geen relatie aan kan gaan met zijn leerkracht. Er ontstaan grote zorgen en de school geeft aan dat er hulp moet komen voor deze jongen. Zowel de politie als de school doen meldingen bij Veilig Thuis, het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling.
Scheiding – hulp voor moeder
Het komt tot een scheiding en de jeugdbescherming wordt ingeschakeld. De moeder van de jongen heeft een drankprobleem en na de scheiding heeft zij met haar zoon geen vaste woonplaats meer. Ze verblijven in verschillende voorzieningen voor noodopvang; op een zeker moment zelfs in een strenge vorm van begeleid wonen in verband met moeders drankprobleem. Ondertussen spant de school zich in om hulp georganiseerd te krijgen voor de jongen. De jeugdbeschermer beoordeelt de situatie echter als te instabiel voor het inzetten van hulp. Er wordt vol ingezet op het stabiel krijgen van moeder en haar situatie vanuit de overtuiging dat het dan voor de jongen beter gaat worden. De school ziet liever ook meteen hulp voor de jongen zelf.
Drie jaar later
Het is inmiddels drie jaar later en de jongen is begonnen aan groep 8. Het gaat niet goed. Hij heeft een heftige en serieuze gameverslaving ontwikkeld. Hij speelt tot half 3 ‘s nachts games en is in de herfstvakantie geen enkele keer buiten geweest. Gamen was het enige dat telde. Hij slaapt weinig. Zijn BMI is opgelopen tot ruim boven de 32. Hij maakt geen contact meer met anderen. Op school zijn de twee leerkrachten van de jongen misschien nog wel zijn enige steunpilaren. Er is nog steeds geen hulp voor de jongen ingezet. Of toch wel, de jeugdarts heeft hem onlangs naar een diëtist doorverwezen.
0 Comments