leidenpedagogiekblog

Dag 3. Kind van de rekening

Dag 3. Kind van de rekening

Echtscheiding is een van de veelvoorkomende thema’s in verhalen over kinderen die het moeilijk hebben op school.

Onderzoek laat zien dat het vaak niet de echtscheiding zelf is die een negatieve invloed op kinderen heeft, maar de problematische omgang tussen de ouders rondom en na de scheiding. En kinderen zijn vooral de dupe als die slechte communicatie tussen de gescheiden ouders ook nog uitloopt op openlijke onenigheid over de kinderen. Die onenigheid gaat vaak over het onderwijs en de zorg voor de kinderen. Daarover gaat het verhaal van vandaag.

Niemand wil het kind

Een jongetje op een basisschool in de regio Noord Holland Noord heeft gescheiden ouders. Beide ouders hebben een nieuwe partner én een nieuw kind. Ze hebben gezamenlijk ouderlijk gezag over het jongetje, maar willen ieder het liefst zo min mogelijk tijd met hem door brengen omdat ze zich liever richten op hun nieuwe gezin. Ze rekenen in zijn bijzijn tot op de minuut uit wie hem wanneer ‘moet’ hebben. De leerkracht van het jongetje is zijn houvast. Zij geeft hem veel positieve aandacht en ziet erop toe dat hij met de meest sociale kinderen samenwerkt en samen speelt.

Niemand heeft of neemt het mandaat om in het belang van het kind op te treden, zoals het kinderrechtenverdrag voorschrijft.

Maar als het jongetje overgaat naar de volgende klas, heeft hij een andere vaste juf op 2 dagen en op de andere 3 dagen wisselende invalkrachten. Het jongetje mist zijn vaste baken in de storm en wordt steeds lastiger. Beide ouders willen hem nu helemaal niet meer in huis en ook de BSO vindt hem te lastig omdat hij steeds wegloopt en naar huis wil. Als ze vragen naar welk huis hij wil, dat van zijn vader of van zijn moeder, dan zegt hij: 'weet ik niet, ik wil gewoon naar huis.'

Te stom voor school

Inmiddels heeft hij een forse leerachterstand opgelopen. De IB-er stelt voor dat hij teruggaat naar de vorige leerkracht om daar even 'op adem' te komen. Het jongetje is daar heel blij om, moeder gaat akkoord maar vader niet. Het plan gaat daarom niet door. Het jongetje loopt steeds verder achter en wordt aangemeld voor een traject richting het speciaal onderwijs. Ook daar is vader het niet mee eens. Er is in zijn ogen niks mis met zijn zoon, de school moet hem gewoon beter aanpakken.

Er volgt een lange periode van onderzoeken, tests en gesprekken in de klas en met de twee ouders en hun nieuwe gezinnen. Niemand lijkt de ouders te kunnen bewegen zich constructiever op te stellen. En niemand heeft of neemt het mandaat om wel in het belang van het kind op te treden, zoals het kinderrechtenverdrag voorschrijft.

Als het jongetje 10 jaar is zit hij nog steeds op dezelfde school, met een speciaal programma, heeft geen vriendjes, en noemt zichzelf 'te stom voor school'.

0 Comments