Dag 28. Plastic tasje
Agressie en geweld tussen ouders is niet alleen zeer schadelijk voor de betrokkenen, ook kinderen lijden er direct onder. Het is dan ook heel goed dat in de aanpak van kindermishandeling ook uitdrukkelijk aandacht wordt besteed aan het verband tussen partnergeweld en het welzijn van kinderen.
Kinderen kunnen getuigen zijn van geweld en dit kan heel onveilig zijn. Maar zij kunnen ook direct de gevolgen dragen doordat zij niet meer veilig thuis kunnen wonen bijvoorbeeld. Nu is er de laatste jaren veel aandacht voor huiselijk geweld. Tegelijkertijd baren de recente conclusies van inspectieorganen over de kwaliteit van de jeugdbescherming en jeugdhulp in Nederland grote zorgen. Dit is al meer dan eens benadrukt in deze blogserie. Indien kinderen direct of indirect lijden onder huiselijk geweld, zijn hun rechten in het geding. Dit is niet alleen schadelijk voor hun belangen op korte en lange termijn. Het raakt ook aan het fundamentele principe dat iedereen, en dus ook ieder kind, het recht heeft op bescherming van zijn of haar menselijke waardigheid. Dat ook Nederland nog stappen moet zetten om de rechten en belangen van kinderen beter te borgen laat het verhaal van vandaag treffend zien.
Vrijdagmiddag
Een basisschool in de Randstad. Het is vrijdagmiddag. Er zit een moeder met een plastic tasje stil in de hal aan een tafel. Ze zit er al een tijdje. Een leerkracht vraagt of ze op iemand zit te wachten. De moeder zegt dat ze het niet weet. Een stilte valt. Ze vraagt of ze de adjunct-directeur mag spreken. Even later wordt ook de directeur erbij gehaald.
De directeur gaat bij de moeder zitten en luistert naar haar verhaal. Het is een hartverscheurend verhaal, over een jonge vrouw die met allerlei mooie verwachtingen met haar man naar Nederland is gekomen. Maar eenmaal in Nederland is haar man veranderd. Hij is gaan drinken en agressief geworden. Haar paspoort heeft hij verstopt. Hij slaat en hij intimideert haar. Vanmorgen heeft hij haar in het bijzijn van hun zoon tegen de muur geduwd en haar keel dichtgeknepen. Haar zoon, die de directeur kent als een van zijn leerlingen uit de middenbouw, probeerde tussen beide te komen.
Uit huis gevlucht
De moeder voelt zich zo schuldig en zo alleen. Ze heeft verzonnen dat ze vanmiddag op school over haar zoon moest praten. Ze heeft haar paspoort meegesmokkeld, dat zit in het plastic tasje. Meer heeft ze niet bij zich. Ze weet nu niet meer wat te doen. Ze kan niet naar huis, dat is wel zeker. De directeur geeft haar wat water te drinken en gaat aan de slag. Helaas komt dit een aantal keer per jaar voor. Aangezien er al hulpverlening in het gezin zit, start het team bij de crisisdienst van de hulpverleningsinstelling waar de vrouw bekend is. Ze bellen op.
16.00 uur
Het is dan 16.00 uur. De telefoon gaat over. Er wordt opgenomen en geluisterd. Het antwoord is ontluisterend. ‘Tja, het is nu 16:00 en wij sluiten om 17:00; een intake duurt een uur, dus als u nu hier naartoe komt, gaan we dat niet meer halen. Nee, het heeft geen zin meer. Zou u zo vriendelijk willen zijn om maandag opnieuw contact op te nemen?’
De school neemt ook contact op met Veilig Thuis en daar adviseert men met klem om het kind niet naar huis te laten gaan. Maar waarnaartoe dan wel? Er kan immers geen opvang voor moeder meer worden georganiseerd. Uiteindelijk lukt het de school om via de politie iets te forceren. De moeder en het kind zijn voor nu even veilig. Het is inmiddels vrijdagavond.
0 Comments