leidenpedagogiekblog

Dag 17: Een dubbele dosis

Dag 17: Een dubbele dosis

In alle zorg voor kwetsbare groepen zijn continuïteit, communicatie, en vertrouwen van cruciaal belang.

In alle zorg voor kwetsbare groepen zijn continuïteit, communicatie, en vertrouwen van cruciaal belang. Professionals die in het onderwijs of de zorgsector met kinderen en jongeren werken weten dat maar al te goed. Maar ook als iedereen doordrongen is van deze kernwaarden, kunnen praktische problemen zoals personeelstekort en daardoor tijdgebrek voor overleg dit onmogelijk maken. Het recht op adequate zorg betekent dus dat er voldoende financiering moet zijn zodat professionals hun werk goed kunnen doen. Het kinderrechtenverdrag schrijft dan ook voor dat de overheid er alles aan moet doen om te zorgen dat kinderen krijgen waar ze recht op hebben zodat ze veilig en gezond kunnen opgroeien.

Waterdichte communicatie

De zorgplicht betekent niet alleen het garanderen van voldoende zorg, maar ook van gepaste zorg. Als ouders de Nederlandse taal onvoldoende machtig zijn, of om andere redenen beperkt begrip hebben van de behandeling, dan is aangepaste informatievoorziening nodig. Maar als er al onvoldoende tijd en geld is voor de minimaal benodigde zorg, dan is er zeker geen tijd en geld voor bijzondere zorg. De waterdichte communicatie tussen collega’s en tussen instanties die zo hard nodig is voor de kwaliteit van de behandeling komt dan onder druk te staan.

In het speciaal onderwijs hebben veel leerlingen medicatie. De school kan en mag geen verantwoordelijkheid hebben als het gaat om medicijngebruik (dat is de taak van artsen), maar in de praktijk ontkomen leerkrachten er niet altijd aan om toch zoveel mogelijk vinger aan de pols te houden om calamiteiten te voorkomen. Zo weten veel leerkrachten in het speciaal onderwijs veel meer van medicatie dan hun vak voorschrijft, en weten ze doorgaans wel degelijk wat hun leerlingen slikken en volgens welk schema. Want als het mis gaat en de communicatie niet waterdicht blijkt, zitten zij met de gevolgen zoals het verhaal van vandaag laat zien.

De school als medicijnencontroleur. Zo hoort het niet.

Medicijn A of B?

Een jongen met ouders die nauwelijks Nederlands spreken heeft medicijn A gekregen. Hoewel het medicijn voor de meeste kinderen goed werkt, heeft deze jongen veel last van ernstige bijwerkingen. Hij wordt er heel onrustig en agressief van. De school neemt contact op met de behandelend psychiater om hiervan melding te maken. De psychiater herkent dit als (zeldzame) bijwerking en besluit de jongen daarom medicijn B voor te schrijven. Dit blijkt een goede keuze. Het gaat wat beter met de jongen. Maar er is nog wel ruimte voor verbetering, dus de psychiater verdubbelt de dosis van medicijn B.

Maar dan ontstaan er praktische obstakels. De behandelend psychiater is ineens gedurende een periode niet beschikbaar en een collega moet het op stel en sprong overnemen. De vervangend psychiater is uit het buitenland overgekomen om gaten in de zorg te kunnen opvangen. De gewenste waterdichte communicatie begint hier te lekken. In de dagen die volgen draait de jongen volledig door. Het is zo erg dat hij door zijn vader en een ambulante hulpverlener van school gehaald moet worden. Hij is een gevaar voor zichzelf en zijn omgeving. De school vraagt de vader, zo goed en kwaad als dat gaat, om de medicatie van de jongen te laten zien. Wat blijkt: de vervangend psychiater had medicijn A in dubbele dosis voorgeschreven in plaats van medicijn B…

Terug bij af

De school neemt de medicijnen acuut in en leggen de vader uit wat er aan de hand is. De school belt de psychiater om de situatie uit te leggen. De school als medicijnencontroleur. Zo hoort het niet. De juiste medicatie wordt nu wel voorgeschreven, maar de schade is al aangericht. De jongen zit thuis. De medicatie moet opnieuw worden opgebouwd, de relatie met de hulpverlening moet worden hersteld, en de school moet bedenken hoe ze terugkeer van de jongen na de crisis zo goed mogelijk kunnen begeleiden. Omdat de continuïteit van zorg niet kon worden gegarandeerd, was de communicatie niet waterdicht. En omdat de communicatie niet voldeed, is het vertrouwen in de hulpverlening geschaad. Het lijkt alsof iedereen weer terug is bij af.

0 Comments

Add a comment